Over de SDE-subsidie
Het is misschien wel de belangrijkste subsidieregeling voor het realiseren van de Nederlandse klimaatdoelen: de SDE. De regeling zit nu in een overgangsfase. De allerlaatste aanvraagronde voor de ‘klassieke’ SDE+ subsidie sloot in april. En op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan een nieuwe ‘bredere’ SDE++ regeling, die in november van start moet gaan. In een eerder interview gaf SDE-deskundige Joep Raats zijn mening over de beide SDE-regelingen. We spraken hem deze week opnieuw. Ditmaal over de recente Kamerbrief over de plannen voor de nieuwe SDE++ en de eerste aanvraagronde.
Verschil tussen SDE+ en SDE++
Joep, de klassieke SDE+ subsidie was erg populair en best bekend. Over de nieuwe SDE++ is ook al veel geschreven, maar vooral in beleidstaal. Kun jij nog eens kort uitleggen wat de belangrijkste verschillen zijn tussen de SDE+ en de SDE++?
Joep Raats: “In veel opzichten lijken de twee regelingen op elkaar. De grootste twee verschillen zijn: de rangschikking is anders, en er worden extra soorten projecten gesubsidieerd. Erg belangrijk is dat verschil in rangschikking tussen de SDE+ en de SDE++, op basis van subsidie-intensiteit in plaats van basisbedrag. Bij de SDE+ kwamen vooral de biomassa-categorieën als eerste aan bod. Deze produceerden het goedkoopst de meeste duurzame energie. Bij de nieuwe SDE++ zal dat verschuiven naar onder meer CCS- en wind-projecten, omdat deze het goedkoopst CO2-uitstoot kunnen voorkomen. De concurrentie om het budget verschuift dus volledig.
Op dit moment lijken vooral grote zon-PV-projecten buiten de boot te gaan vallen binnen de SDE++. Als het goed is houdt de overheid hier nog rekening mee, door aparte deelbudgetten aan te wijzen voor CCS, Zon & wind, en CO2-reducerende technieken in de industrie, zodat deze projecten alsnog kans blijven maken. Door aparte budgetten open te stellen kan de overheid er namelijk voor zorgen dat zon en wind alleen concurreren met elkaar, maar niet met bijvoorbeeld CCS en CO2-reducerende technieken in de industrie.”
En het tweede grote verschil? Wordt de SDE++ ‘breder’?
Joep Raats: “Ja, de nieuwe SDE++ regeling biedt kansen voor veel meer categorieën dan voorheen. De SDE+ was echt bedoeld voor de productie van hernieuwbare energie. SDE++ is meer gericht op reductie van CO2. Door die verbreding komen ook categorieën in aanmerking die niet zozeer hernieuwbaar zijn, maar die wel veel CO2reduceren. Denk aan CO2-reducerende technieken in de industrie, zoals elektrische boilers en warmtepompen, inzet van restwarmte, en het afvangen en opslaan van CO2(CCS). We verwachten dan ook veel belangstelling van de kant van de industrie.”
263 kamervragen
In de recente Kamerbrief beantwoordt minister Wiebes liefst 263 vragen over de nieuwe SDE++ regeling. Dat zijn er nogal wat! Waar ging het zoal over?
Joep Raats: “Dat lijkt inderdaad veel; 75 pagina’s met 263 vragen en antwoorden. Maar veel ging over dezelfde punten. De insteek van de vragen was heel divers. Bijvoorbeeld over de SDE++ in relatie tot de coronacrisis, de maatschappelijke kosten en baten van de SDE++, de manier waarop de SDE++ past binnen hetgeen gesteld is in het klimaatakkoord. Wat opvalt is dat veel vragen vooral ‘politiek’ gedreven waren, en dus minder gericht op de subsidieaanvragers en de praktische uitvoering van het SDE++ instrument. De antwoorden zijn vaak herhalingen van eerdere communicaties, of een verduidelijking van de standpunten van de overheid. Maar als de kamerbrief één ding duidelijk maakt, dan is het wel dat de nieuwe regeling nog tot veel vragen leidt. Ook de antwoorden van Wiebes bevatten veel nuances. De SDE-regeling blijft complex!”
Nieuwe inzichten
Geeft de Kamerbrief ook nieuwe inzichten over de nieuwe SDE? Bijvoorbeeld over de subsidiekansen voor zon-projecten, de meest populaire categorie bij de oude SDE?
Joep Raats: “Helaas niet. Wiebes benadrukt steeds dat de SDE++ regeling vooral bedoeld is om zoveel mogelijk een gelijk speelveld te creëren. Er zal dus een ranking plaatsvinden op subsidie-intensiteit: projecten die de meeste CO2reduceren per subsidie euro, komen het eerst in aanmerking voor subsidie. Dat principe wordt ook wel “techniekneutraal” genoemd. Het was al bekend en is dan ook niet gewijzigd ten opzichte van voorgaande publicaties. Als je kijkt naar de huidige rangschikking van categorieën binnen de SDE++, dan zien we dat zon-projecten wat slechter uit de bus komen dan onder de SDE+. Projecten rondom de afvang en opslag van CO2en gebruik van windenergie komen daarentegen juist erg goed naar voren in de nieuwe ranking!
Maar de SDE++ regeling biedt ook de mogelijkheid om minder subsidie te vragen dan maximaal is toegestaan, om zo je kansen te vergroten. Voor sommige categorieën, zoals voor zon-projecten, kan het dus interessant zijn om een strategisch lagere subsidievraag te doen om voor je concurrenten aan budget te claimen. Uiteindelijk is dat ook het doel van de regeling. Door deze systematiek gaan partijen nadenken of zij goedkoper kunnen produceren dan hun concurrenten, en krijgt de Nederlandse overheid de beste projecten voor zo weinig mogelijk subsidie. Vanuit de markt zien wij dan ook dat veel partijen bereid zijn om een strategische bieding te doen. Het is dan ook verstandig om hier goed over na te denken bij het opstellen van een aanvraag!”
Wanneer wordt de nieuwe SDE++ regeling officieel gepubliceerd?
Joep Raats: “Gisteren maakte minister Wiebes bekend dat hij openstelling van de SDE++ 2020 met acht weken opschuift. Deze extra tijd is nodig om de regelgeving uit te werken en goedkeuring te krijgen van de Europese Commissie in het kader van staatssteun. De minister verwacht nu de nieuwe SDE++ regeling in augustus in de Staatscourant te kunnen publiceren. De openstellingsronde loopt dan van 24 november tot en met 17 december 2020.”
Stappenplan SDE++ aanvraag
Welk advies heb je voor partijen die zich nu al oriënteren op een nieuw klimaatproject, waarvoor ze misschien SDE-subsidie kunnen aanvragen?
Joep Raats: “Gevorderden zou ik aanraden om alvast te kijken naar de PBL-publicatie “Eindadvies basisbedragen SDE++ 2020”. Die bevat een duidelijke uitleg voor de meeste categorieën. Zolang de SDE++ nog niet is gepubliceerd, is dat advies een bruikbare eerste basis voor een aanvraag. Verder is vooral erg belangrijk dat de vereiste vergunningen beschikbaar zijn, zodra de SDE++ aanvraag ingediend kan worden (november/December 2020). Ook moet er een duidelijk omschreven plan zijn met betrekking tot de realisatie en financiering van het project. Daarnaast is het interessant om alvast te onderzoeken waar het project in de SDE++ rangschikking staat, en wat de flexibiliteit is van de financiële business case voor het project. Op basis van die inzichten kan tijdig bepaald worden wat de (on)mogelijkheden zijn om een strategische SDE++ indiening te doen om je slaagkans te verhogen. Uiteraard kunnen wij daar bij ondersteunen. Wij nodigen alle partijen met vragen over de SDE++ dan ook uit om contact op te nemen met PNO om te toetsen in hoeverre zij kunnen kwalificeren voor deze subsidie!”
Wat kan PNO voor u doen?
Zoekt u deskundige ondersteuning bij uw SDE++ subsidieaanvraag? Leg uw plannen tijdig voor aan de energie- en milieuexperts van PNO en EGEN. EGEN is onderdeel van de PNO Groep en helpt organisaties die het voortouw nemen in de energietransitie en klimaatproblematiek met het versnellen van innovaties, extra slagkracht en vernieuwende oplossingen. Bel 088-838 13 81 of stuur een bericht: