Eenzijdige ontbinding na constatering van ernstige schendingen van verplichtingen
Het geschil draait om een grant agreement tussen VeriGraft AB, een Zweedse biotechnologieonderneming, en de Unie, vertegenwoordigd door EISMEA (Europees Uitvoerend Agentschap Innovatieraad en het mkb). De grant agreement had betrekking op het project P-TEV, dat tot doel had een geïndividualiseerd cardiovasculair product te ontwikkelen en op de markt te brengen. Het product zou specifiek gericht zijn op de behandeling van patiënten met ernstige chronische veneuze insufficiëntie. Gedurende de looptijd van de grant agreement voerde EISMEA meerdere ethische toetsingen uit op het project P-TEV. Hierbij werden verschillende problemen geconstateerd, waaronder ontbrekende informatie en documentatie. Bovendien kwam aan het licht dat een betrokken onderzoeker schuldig was bevonden aan ernstige beroepsfouten. Deze onderzoeker had relevante wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan die van invloed waren op het project P-TEV. Op basis van deze bevindingen besloot EISMEA de grant agreement met VeriGraft AB eenzijdig te ontbinden wegens ernstige schendingen van verplichtingen. VeriGraft AB betwistte de beschuldigingen van EISMEA, waarna EISMEA een externe ethisch deskundige heeft ingeschakeld om de reactie van VeriGraft AB te beoordelen. Op basis van diens bevindingen heeft EISMEA een tweede vooraankondigingsbrief naar VeriGraft AB gestuurd en de grant agreement ontbonden.
VeriGraft AB volhardde in een betwisting van de beschuldigingen en startte een procedure. Het bedrijf verzocht het Europese Hof van Justitie om de ontbinding van de grant agreement ongeldig te verklaren. In de gerechtelijke procedure betoogde VeriGraft dat de van wangedrag beschuldigde onderzoeker geen begunstigde van de subsidie is en niet bevoegd is om VeriGraft AB te vertegenwoordigen. Verder stelde VeriGraft AB dat de onderzoeker geen invloed heeft gehad op het project P-TEV. EISMEA bracht daarentegen naar voren dat het project P-TEV niet in aanmerking zou zijn gekomen voor subsidie als zij op de hoogte was geweest van de beroepsfouten in de gebruikte publicaties. Bovendien beschuldigde EISMEA VeriGraft AB ervan dat zij opzettelijk het wangedrag verborgen heeft gehouden en daardoor EISMEA heeft misleid. Volgens EISMEA heeft VeriGraft AB daarmee de ethische beginselen van de Grant Agreement geschonden, wat kan worden gezien als een ernstige fout, waardoor EISMEA gerechtigd zou zijn om de grant agreement te ontbinden.
Eenzijdige ontbinding ongegrond verklaard
Het Europese Hof velde twee belangrijke oordelen met betrekking tot de ontbinding van de grant agreement. Hoewel een subsidieverstrekker een grant agreement eenzijdig kan opzeggen, concludeerde het Europese Hof dat de ontbinding ongegrond was omdat de betrokken onderzoeker geen begunstigde was van de subsidie en niet bevoegd was om VeriGraft AB te vertegenwoordigen. Dit oordeel maakte de ontbinding van de grant agreement ongeldig. Ten tweede oordeelde het hof dat het betoog van EISMEA, waarin VeriGraft AB werd beschuldigd van het gebruik van publicaties met bekende tekortkomingen, een nieuwe motivering vormde voor de ontbinding van de grant agreement. Het Hof benadrukte dat een wijziging van de motivering de doeltreffendheid van de ontbindingsprocedure aantast. De redenen voor ontbinding moeten daarom duidelijk worden vermeld in de vooraankondiging. Deze redenen kunnen niet ter zitting worden aangevuld.
Waarom is deze uitspraak relevant?
De subsidiejuristen van PNO ontvangen met regelmaat vragen van relaties over de interpretatie van de grant agreement, risico’s bij wijzigingen, de bevoegdheid tot terugvordering of beëindiging en andere juridische aspecten op het snijvlak van de grant agreement en de uitvoering van een Europees project. Deze uitspraak bevestigt en benadrukt dat Europese subsidieverstrekkers gebonden zijn aan procedurele waarborgen en verplichtingen bij het ontbinden van een grant agreement. De ontbinding vereist een zorgvuldige communicatie van de redenen voor ontbinding in een vooraankondiging, die niet achteraf nog kunnen worden gewijzigd.
Wat kan PNO voor u doen?
Heeft u vragen over de beëindigingsbevoegdheid van een subsidieverstrekker of andere juridische vraagstukken op het snijvlak van subsidieovereenkomsten en de uitvoering van Europese projecten? De ervaren juristen van PNO Consultants staan u bij met juridisch subsidieadvies voor al uw vraagstukken. Neem contact op via 088-838 13 81 of het contactformulier: