Ondernemingen in moeilijkheden
De Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) is onlangs gewijzigd, en deze veranderingen hebben een directe impact op de definitie van ‘ondernemingen in moeilijkheden’. Bedrijven die (Europese) subsidies willen aanvragen moeten bij het aanvraagproces aangeven of de onderneming in moeilijkheden verkeert. Ook bij verschillende nationale subsidieregelingen wordt deze toets toegepast.
Een onderneming wordt gekwalificeerd als een ‘onderneming in moeilijkheden’ als meer dan de helft van haar aandelenkapitaal verloren is gegaan door opgelopen verliezen. Dit is het geval als, na het aftrekken van de verliezen van de reserves (en andere onderdelen van het eigen vermogen), er een negatief saldo ontstaat dat groter is dan de helft van het aandelenkapitaal. Daarom moet de ratio tussen het eigen vermogen en het uitgegeven kapitaal groter zijn dan 0,5. Hoewel er speculaties waren dat deze regels zouden worden aangepast in de nieuwe AGVV, zijn ze uiteindelijk ongewijzigd gebleven.
Wijziging betreft eigenlijk vooral verduidelijking
De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op KMO’s (kleine en middelgrote ondernemingen, in Nederland gangbaar afgekort als mkb – midden- en kleinbedrijf) die in aanmerking komen voor risicofinancieringssteun. In de oude versie van de AGVV waren KMO’s die minder dan drie jaar bestonden of die binnen zeven jaar na hun eerste commerciële verkoop in aanmerking kwamen voor risicofinancieringssteun, uitgesloten van de definitie van ‘ondernemingen in moeilijkheden’.
In de nieuwe versie zijn de uitzonderingsvoorwaarden voor KMO’s die voor risicofinancieringssteun in aanmerking komen verder gespecificeerd. De nieuwe voorwaarden zijn in artikel 21 lid 3 van de AGVV opgenomen. Volgens deze nieuwe bepaling komen alleen niet-beursgenoteerde KMO’s in aanmerking voor risicofinancieringssteun die op het tijdstip van de initiële risicofinancieringsinvestering ten minste aan een van de volgende voorwaarden voldoen:
- niet op een markt actief zijn geweest, of
- minder dan tien jaar na hun registratie of minder dan zeven jaar na hun eerste commerciële verkoop op een markt actief zijn geweest.
Om het beeld compleet te maken: er zijn geen wijzigingen doorgevoerd in de manier waarop ‘ondernemingen in moeilijkheden’ worden gedefinieerd, specifiek wat betreft de uitzondering voor bedrijven die minder dan drie jaar actief zijn.
Reden voor deze wijziging
Deze wijzigingen lijken niet per se een versoepeling van de voorwaarden te zijn, maar eerder een verduidelijking en specificatie van welke KMO’s van deze definitie kunnen worden uitgesloten. De verduidelijking kan subsidieverstrekkers helpen bij het nauwkeuriger identificeren van de ondernemingen die echt in moeilijkheden zijn en die mogelijk steun nodig hebben. Het kan overheden ook helpen om de staatssteun effectiever te richten op de ondernemingen die het het hardst nodig hebben. De nieuwe AGVV is sinds 1 juli 2023 in werking getreden en daarmee zijn de wijzigingen definitief. Dat betekent dat deze wijzigingen alleen van toepassing zijn op subsidiebesluiten na 1 juli 2023. De wijzigingen hebben dus geen terugwerkende kracht op subsidiebesluiten die zijn ingediend vóór 1 juli 2023.
Wat betekent dit voor u?
De hierboven toegelichte wijzigingen in de AGVV zijn subtiel maar belangrijk. Ze bieden meer duidelijkheid over de criteria waaraan moet worden voldaan om als ‘onderneming in moeilijkheden’ te worden beschouwd, met name voor KMO’s. Daarnaast onderstrepen ze het belang van een gedetailleerd begrip van de regelgeving rond staatssteun en de noodzaak om op de hoogte te blijven van de voortdurende ontwikkelingen in dit complexe en dynamische rechtsgebied. De juristen van PNO Consultants volgen deze ontwikkelingen nauwgezet om u optimaal te kunnen adviseren.
Heeft u vragen over de status van uw onderneming? Bent u op zoek naar ondersteuning bij het navigeren door de regelgeving van de AGVV of de de-minimisverordening? Of heeft u behoefte aan ander juridisch advies? Bel 088-838 13 81 of vul het formulier in: