CETPartnership start 2025 call voor energie-innovaties

Over deze joint call 2025

De aangekondigde subsidieronde is een jaarlijks initiatief van het CETPartnership (voluit: Clean Energy Transition Partnership). Deze organisatie zet zich in voor een schone energietransitie, en organiseert sinds 2022 elk jaar een ‘subsidiecall’ voor onderzoeks- en innovatieprojecten rondom diverse energiethema’s. Op dit moment wordt hard gewerkt aan een nieuwe subsidieronde, met 1 juni 2025 als beoogde startdatum. Nog niet alle details zijn al bekendgemaakt (dat gebeurt pas op of omstreeks 28 mei). Dit artikel is bedoeld voor partijen die zich (nu al) willen oriënteren op een mogelijk subsidie-aanvraagtraject.

CETPartnership: belangrijkste kenmerken

Voor we ingaan op de nieuwe subsidiethema’s, is het goed om eerst een algemeen beeld te schetsen van de CETPartnership-subsidies. De belangrijkste kenmerken zijn:

• Het gaat om subsidies voor R&D-onderzoeksprojecten en technologische innovatieprojecten. Een project moet bijdragen aan de groene transitie van Europa, en bovendien goed aansluiten op officiële jaarlijkse innovatiethema’s (zie de volgende paragraaf).
• Technology Readiness Level. Projecten hebben doorgaans een medium tot hoog TRL-niveau (4 – 8), met een beoogde verbetering van één tot drie TRL-stappen. Dit kan echter per thema verschillen en soms zijn uitzonderingen mogelijk.
• Internationale samenwerking. Aanvragen kunnen worden ingediend door consortia van innovatieve bedrijven, kennis- en onderzoeksinstellingen, NGO’s en overheden. Een consortium bestaat meestal uit minstens drie partners uit drie verschillende landen (binnen of buiten de EU). Belangrijk is betrokkenheid van relevante partijen uit de industrie, afnemers, toepassers en probleembezitters.
• Subsidiebedrag en looptijd. De subsidie bestaat uit een bijdrage aan de kosten van onderzoek, apparatuur, plus eventuele reis- en verblijfskosten. Ter indicatie kunt u denken aan een subsidiebedrag tussen de 0,5 en 5 miljoen euro. De looptijd van een project ligt meestal tussen de 12 en 36 maanden.

Een bijzonderheid bij de CETPartnership-subsidies is dat het gaat om geld van zowel de EU als van nationale of regionale overheden. Daardoor gelden er naast Europese subsidievoorwaarden óók bijkomende voorwaarden die per land of regio kunnen verschillen.

Om welke innovaties kan het gaan?

CETPartnership-subsidies worden alleen verstrekt aan projecten die goed passen binnen officiële innovatiethema’s (‘modules’). Hieronder geven we een korte beschrijving van de negen thema’s voor het jaar 2025:

1. Interacties tussen het geïntegreerde energiesysteem en industriële kaders. Deze module steunt onderzoek dat bijdraagt aan een flexibele interactie tussen industriële installaties en het energiesysteem. Belangrijk daarbij zijn: de ‘multivector-benadering’ (elektriciteit, gas, waterstof, verwarming/koeling, brandstoffen enzovoorts), aandacht voor aspecten als synergie, integratie, efficiency en de betrokkenheid van relevante industriepartijen.
2. Flexibiliteit van het energiesysteem: productie, opslag en systeemintegratie. Dit thema omvat R&D gericht op de grootschalige integratie van hernieuwbare energiebronnen in elektriciteitsnetten. Daarbinnen vallen ook aspecten als digitalisering, standaardisering en systeemintegratie. Er is extra aandacht voor R&D-consortia met betrokkenheid van de industrie en partners van buiten Europa.
3. Geavanceerde hernieuwbare energietechnologieën voor elektriciteitsproductie. Dit thema biedt kansen voor zowel onderzoekgerichte projecten als voor innovatiegerichte projecten. Centraal staan technologieën gericht op windenergie, fotovoltaïsche energie, geconcentreerde zonne-energie, oceanische energie (inclusief offshore bronnen) en geothermie. Er is ook ruimte voor ‘hybridisatie’ en integratie van duurzame energiebronnen of opslagoplossingen.
4. Carbon capture, utilisation and storage (CCUS). Dit thema biedt subsidies voor onderzoek en innovatieprojecten gericht op CCUS-technologie. Daarbij ligt de nadruk op projecten lopend tot TRL 5 of hoger. Belangrijke doelgroepen zijn hier: onderzoeksorganisaties, instellingen voor hoger onderwijs en industriële partijen.
5. Waterstof en hernieuwbare brandstoftechnologieën. Dit betreft subsidies voor onderzoek en innovaties naar de ontwikkeling en inzet van schone alternatieven voor fossiele brandstoffen. Het kan daarbij gaan om zowel productie, transport, opslag als om eindgebruik (met aandacht voor efficiency, betaalbaarheid en betrouwbaarheid). De nadruk ligt op projecten met snel toepasbare resultaten en een aanzienlijke impact (zie ook de TRL’s en doelgroepen bij punt 4).
6. Verwarmings- en koeltechnologieën. Dit thema is interessant voor ontwikkelaars van klimaatneutrale verwarmings- en koeltechnologieën en systemen. Er wordt gezocht naar markt-gedreven innovatieprojecten (van consortia met minimaal één bedrijf) die zicht bieden op snelle toepassingen bij de gebouwde omgeving, industrie en landbouw. Bijvoorbeeld rondom (geo-)thermische bronnen, opslagtechnologie en/of warmtepomptechnologie.
7. Geïntegreerde regionale energiesystemen. Dit thema draait om het versnellen van regionale energietransitie-processen en is op zoek naar sterke voorbeeldprojecten rondom regionale energietransitie-uitdagingen, met een aanpak die slim gebruik maakt van regionale partijen, bronnen, infrastructuur enzovoorts. Zo’n project moet verder gaan dan alleen het ontwikkelen van een op zichzelf staande technologische oplossing (al mag dat onderdeel zijn van een breder project).
8. Geïntegreerde industriële energiesystemen. Dit thema draait om het ontwikkelen en demonstreren van oplossingen die bijdragen aan industriële transformaties. De nadruk ligt op innovaties en technologiesprongen die geïntegreerd kunnen worden in het totale energiesysteem. Met name op het gebied van CO₂-reductie, elektrificatie, en de inzet van hernieuwbare energiebronnen. Onder dat laatste punt valt ook groene waterstof (en afgeleide producten), en het verwijderen van koolstofemissies voor gebruik in industriële processen of duurzame producten.
9. Integratie van schone energie in de gebouwde omgeving. Dit laatste thema is op zoek naar nieuwe kennis, vaardigheden, oplossingen en integratiebenaderingen rondom een drietal gebouw-gerelateerde uitdagingen. Dit zijn: gebouwen actief inzetten bij het energiesysteem (energieproductie, -opslag en -beheer); het digitaliseren van de totale levenscyclus van een gebouw (van ontwerp tot sloop); en nieuwe concepten en technologieën voor renovaties van bestaande bouw.

Belangstelling voor deze subsidie?

Het aanvragen van CETPartnership-subsidies kan alleen binnen officiële aanvraagrondes. Deze rondes verlopen in twee fasen. Fase 1 bestaat uit het indienen van een kort ‘pre-proposal’ (dat kan dit jaar vanaf begin juni tot een nog te bepalen datum in oktober). De beste voorstellen gaan dan door naar fase 2: het opstellen van een volwaardig projectvoorstel (met bijbehorende subsidieaanvraag).

Let op: bij de aanvraagrondes van het CETPartnership krijgt u te maken met een combinatie van Europese en nationale spelregels. Hou daar goed rekening mee bij het voorbereiden en indienen van uw subsidieaanvraag. Onze experts kunnen hierbij goed adviseren. Zo kunnen zij meer vertellen over specifieke nationale voorwaarden, de samenhang met Nederlandse regelingen als DEI+, NWO en HEP (‘Horizon Europe Partnership’) en het vormen van consortia met samenwerkingspartners uit andere landen in of buiten de EU.

Meer weten?

De experts van PNO, PNO Chemistry en EGEN werken dagelijks aan innovatieprojecten op het gebied van klimaat en energie. Zij helpen u graag bij het schrijven van uw projectvoorstel en de bijbehorende subsidieaanvraag. Belangstelling voor onze diensten? Bel 088-838 13 81 of vul het contactformulier in: