Wat is een O&O Haalbaarheidsstudie?
De haalbaarheidsstudie moet als doel hebben de experimentele analyse van de haalbaarheid van een innovatief vervolgtraject te testen. Het nagestreefde vervolgtraject moet voldoende ambitieus zijn en moet het potentieel hebben voor voldoende valorisatie in Vlaanderen. De haalbaarheidsstudie is een voorbereiding voor een steunbaar innovatief vervolgtraject (zoals VLAIO onderzoeks-, ontwikkelings- en ICON-projecten).
De haalbaarheidsstudie moet minstens de uitdagende technische en/of wetenschappelijke aspecten experimenteel onderzoeken. Bijkomend kunnen ook andere onderwerpen aan bod komen zoals businessaspecten rond het beproeven van innovatieve business modellen, diensteninnovatie en de eventuele problematiek rond intellectuele eigendom. Louter ideeëngeneratie, een marktstudie of probleemoplossing op korte termijn komen niet in aanmerking. Het moet duidelijk aangetoond worden dat de haalbaarheidsstudie een kennissprong nastreeft die leidt tot verdere innovatieve activiteiten, en dat ze bijdraagt tot kennisopbouw die een betere inschatting toelaat van de risico’s en opportuniteiten bij de afweging voor de opstart van de investering in een verder substantieel traject.
Subsidie en aanvraag
De haalbaarheidsstudie moet een looptijd tussen de 3 en 12 maanden hebben. Het basis steunpercentage bedraagt 40%, maar voor kmo’s wordt dit verhoogd tot 50%. De maximale steun bedraagt €50.000 per bedrijfspartner en de totale steun (indien er meerdere bedrijfspartners deelnemen aan de studie) bedraagt maximaal €500.000 per studie. Een onderneming of groep van verbonden ondernemingen kan steun ontvangen voor maximaal één haalbaarheidsstudie per jaar.
Op de website van VLAIO zijn templates terug te vinden voor de projectbeschrijving en voor de projectbegroting. Voor de projectbeschrijving geldt een maximale paginalimiet van 10 bladzijden, plus 2 extra bladzijden per extra bedrijfspartner. De projectbegroting volgt dezelfde template als voor VLAIO onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten en omvat dus dezelfde kostenposten (personeelskosten, overhead- en werkingskosten, externe prestaties en afschrijvingskosten).