Nieuw kostenmodel voor opstellen VLAIO-projectbegroting

VLAIO streeft naar meer uniformiteit in hun kostenmodel en heeft daarom een nieuw, universeel kostenmodel ingevoerd voor diverse steuninstrumenten. VLAIO publiceerde de nieuwe kostentemplate en bijhorende handleiding al voor verschillende steuninstrumenten.

Steuninstrumenten nieuw kostenmodel

Het nieuwe kostenmodel is sinds half oktober 2020 ingevoerd bij volgende steuninstrumenten:

  • Ontwikkelingsprojecten
  • Onderzoeksprojecten
  • ICON
  • cSBO
  • Baekeland- en Innovatiemandaten
  • Landbouwtrajecten
  • TETRA
  • COOCK

Er wordt een overgangsperiode voorzien die loopt tot 31 december 2020 waarin de Excel-begrotingsaanvragen van zowel het huidige als het nieuwe kostenmodel gebruikt kunnen worden. Voor de oproepen die binnen deze overgangsperiode vallen, zal per instrument bepaald worden welk kostenmodel gebruikt dient te worden.

Het nieuwe kostenmodel zal in de toekomst ook gebruikt worden bij volgende steuninstrumenten:

  • kmo-groeisubsidie
  • Strategische transformatiesteun (STS)
  • Ecologiepremie+
  • Strategische ecologiesteun (STRES)
  • Proeftuinprojecten

Projectbegroting

De uniforme projectbegroting bestaat uit vijf kostenrubrieken:

  1. Personeelskosten

De berekening van personeelskosten zal gebeuren op basis van een standaard uurtarief (SUT). Enkel personeelskosten van werknemers op de payroll van de aanvrager(s) zijn aanvaardbaar binnen deze rubriek.

  1. Werkingskosten

Werkingskosten zijn de rechtstreeks aan het project verbonden uitgaven die noodzakelijk zijn voor de algemene werking van het project. Deze worden berekend in functie van de gepresteerde mensmaanden. De grootte van de maximaal in te brengen werkingskost per gepresteerd mensjaar kan per steuninstrument worden bepaald.

  1. Overheadkosten

Overheadkosten zijn kosten die niet voor 100% aan het project toe te wijzen omdat ze geïntegreerd zijn in de algemene werking van de organisatie. Deze worden berekend in functie van de gepresteerde mensmaanden. De grootte van de maximaal in te brengen overheadkost per gepresteerd mensjaar kan per steuninstrument worden bepaald.

  1. Externe prestaties

Externe prestaties zijn diensten die geleverd worden door derden (bedrijven, zelfstandigen, freelancers, kenniscentra, etc.) in opdracht van een project- of onderzoekspartner. Elke externe prestatie moet bij de projectaanvraag gemotiveerd worden, hetzij via een offerte, een factuur van een vergelijkbare opdracht of een gemotiveerde kostenschatting.

  1. Investeringen

Investeringen worden aanzien als alle geactiveerde uitgaven (vaste activa onder de rekeningen klasse 2 in de ondernemingsbalans) van duurzame gebruiksgoederen en andere roerende of onroerende goederen die gelinkt zijn aan het project.

Bij vragen of hulp bij deze nieuwe kostentemplate: neem gerust contact met ons op!