Aanpassingen bij het aanvragen van VLAIO innovatiesteun

Sinds 1 mei zijn er enkele veranderingen doorgevoerd voor het aanvragen van innovatiesteun bij VLAIO. De voornaamste verandering is dat de economische impact van een project nu ook bepaald kan worden via groei in arbeidsproductiviteit. We zetten de belangrijkste aanpassingen even voor u op een rij.

Meerwaarde van VLAIO onderzoeks- en ontwikkelingssteun via groei in arbeidsproductie

In ruil voor toegekende steun voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten moet een aanvrager kunnen aantonen dat die steun voldoende meerwaarde voor de Vlaamse maatschappij zal creëren. De economische toegevoegde waarde van een project kon vroeger enkel aangetoond worden via extra tewerkstelling en investeringen. Sinds 1 mei kan de economische impact echter ook beargumenteerd worden via groei in arbeidsproductiviteit. Dit is in de eerste plaats toegevoegd voor sectoren die kampen met een arbeidsmarktkrapte, waardoor groei in tewerkstelling moeilijk te realiseren is.

Een aanvrager zal vanaf nu de mogelijkheid hebben om een keuze te maken tussen het aantonen van economische impact via ofwel bijkomende tewerkstelling en investeringen (en in beperkte mate ook behoud van tewerkstelling) ofwel via groei in arbeidsproductiviteit. Een combinatie van beide opties is niet mogelijk. Voor meerdere opeenvolgende projecten waarvan de resultaten samen aanleiding geven tot de toegevoegde waarde, dient steeds dezelfde methode gebruikt te worden.

De business case voor een onderzoeks- of ontwikkelingsproject moet een overtuigende en onderbouwde voorspelling van de economische impact bevatten, die in de vijf jaar na het projecteinde:

  • resulteert in een economische impact door tewerkstelling en investeringen, waarbij minstens een hefboom van 10 moet worden behaald, of
  • resulteert in een groei in arbeidsproductiviteit (AP) van minstens 50%, waarbij voor projecten met steun > 250.000 euro eveneens een hefboom van 10 van de cumulatieve extra bruto toegevoegde waarde (BrTW) moet worden behaald.

Arbeidsproductiviteit (AP) wordt gedefinieerd als bruto toegevoegde waarde (BrTW) per voltijds equivalent (VTE), te berekenen als AP = BrTW / VTE.  De bruto toegevoegde waarde (BrTW) wordt via de jaarrekeningen berekend als de bedrijfsopbrengsten min de handelsgoederen en grondstoffen, diensten en diverse, en exploitatiesubsidie. Een groei in arbeidsproductiviteit kan dus bekomen worden door de bedrijfsopbrengsten te verhogen en/of de aankoopkosten te verlagen.

Er zijn een aantal voorwaarden om met de arbeidsproductiviteit te mogen werken:

  • De krapte op de arbeidsmarkt dient in de projectaanvraag onderbouwd te worden.
  • De aanvrager moet op het moment van de aanvraag minstens 10 VTE tewerkstellen in een Vlaamse vestiging (freelancers niet meegeteld).
  • De groei in arbeidsproductiviteit mag niet gepaard gaan met een personeelsreductie door ontslagen.
  • Er moet onderbouwd worden waarom en in hoeverre de beoogde groei in arbeidsproductiviteit te danken is aan de projectinnovatie en niet aan andere factoren.

De toevoeging van groei in arbeidsproductie als argumentatie voor economische impact bij VLAIO onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten betreft tot slot een experiment dat continu geëvalueerd zal worden. Het is dus nog niet zeker of dit behouden zal blijven.

Andere veranderingen

De beperking van één haalbaarheidsstudie per jaar werd afgeschaft. Hierdoor kunnen voortaan dus meerdere aanvragen ingediend worden binnen eenzelfde jaar.

Op 1 juli 2024 loopt de oproep “ontwikkelingsprojecten richting TRL-8” af. Dit wordt voortaan geïntegreerd in het normale steuninstrumentarium, met als belangrijkste verandering dat er voortaan tot 3 miljoen steun voor TRL6-7 activiteiten / activiteiten richting TRL8 aangevraagd kan worden binnen ‘gewone’ VLAIO O&O-projecten, daar waar dit vroeger afgetopt was op 1 miljoen euro.

Tot slot werd duidelijker gemaakt wat exact als onderzoek beschouwd wordt, dit in verhouding tot ontwikkelingsactiviteiten. Zo moeten onderzoeksprojecten gericht zijn op de opbouw van nieuwe, grensverleggende kennis die significant verder gaat dan de toegankelijke internationale state-of-the-art (SOTA), moeten projecten een kwalitatief werkplan omvatten met een planmatige en kritische aanpak, en moet er een voldoende hoog niveau van inhoudelijke uitdagingen en risico’s zijn binnen het project. Dit benadrukt nog maar eens dat er voldoende aandacht moet gaan naar de uitwerking van een goede, kwalitatieve aanvraag.

PNO heeft al meer dan 15 jaar ervaring met de begeleiding van VLAIO O&O-projecten en we staan hierin bekend om onze kwalitatieve en op maat gemaakte aanpak. Hierbij begeleiden we uw bedrijf van A-Z bij de uitwerking van een aanvraag, startende met een goede projectscope, met duidelijke projectdoelstellingen en uitdagingen, de uitwerking van een haalbaar werkplan, meedenken over jullie business case, en indien nodig zelfs het mee uitzoeken van de voornaamste state-of-the-art, of het zoeken naar een beschikte (onderzoeks)partner die kan ondersteunen tijdens het project. Zit u met een innovatief idee dat u zou willen uitwerken, maar waarvan u niet meteen weet hoe u dit moet aanpakken? Neem vrijblijvend contact op met één van onze experten om te zien wat we voor u kunnen betekenen.